Voor het eerst in mijn leven in de maand december op vakantie naar een warm land. Weer eens wat anders dan het koude Nederland. Ik ben van vrijdag 14 december t/m maandag 31 december 2012 naar Cuba geweest. Deze keer was het een gecombineerde fiets- / busreis met een voor mij nieuwe reisorganisatie, namelijk Djoser te Leiden.
Aldaar heb ik met Annet, Bert, Esther, Geert, Jan, Jeroen, Koos, Lida, Marion, Marjolein, Martine, Paul, Piet, Ria, Steef, Wim, Wim, onze Nederlandse reisbegeleider Wendy, onze Cubaanse Reisleider Alfredo en onze Cubaanse Chauffeur Orlando ruim twee weken met veel plezier op Cuba gereisd en vakantie gevierd.
We zijn met het vliegtuig van Amsterdam via Parijs naar Havana gevlogen. Aldaar hebben we in hotels overnacht te Havana, Soroa, San Diego de los Baños, Pinar del Rio, Playa Giron, Cumanayagua (Cienfuegos), Yaguanabo (tussen Cienfuegos en Trinidad), Sancti Spiritus, Santa Clara om weer te eindigen in Havana.
Hierna kunt u mijn belevenissen lezen zoals ik, en ik vele gevallen wij, gedurende deze 18 dagen hebben meegemaakt.
Eigenlijk is de vakantie gisteren al begonnen. Ik ben gisteren al afgereisd naar het ibis hotel nabij Schiphol. Nadien bleek dat meerdere medereizigers ook nabij Schiphol hebben overnacht. Dit omdat we vanochtend vroeg op de luchthaven moesten zijn.
Gisteren voor het eerst met de trein over de nieuwe Hanzelijn, welke pas vijf dagen geleden is geopend, van Zwolle naar Lelystad en Almere om vervolgens op Schiphol te arriveren. Daarna met een pendelbus van Schiphol naar het ibis hotel. Deze pendelbussen rijden drie keer per uur.
Vanmorgen weer met de bus naar Schiphol. Bij een selfservice incheckautomaat heb ik de tickets gekregen. Ook de bagage moet nu bij de KLM bij een selfservice bagage-afgiftepunt worden afgeven.
Om 09.30 uur zijn we de lucht ingegaan naar Parijs waar we moeten overstappen. In Parijs drie uur gewacht om vervolgens met een groter vliegtuig, beide waren van Air France, de Atlantische Oceaan over te vliegen. Voordat we weggingen moest eerst de bagage van één of meerdere passagiers uit het vliegtuig worden gehaald. Zij kwamen namelijk niet opdagen. Om exact 24.00 uur Nederlandse tijd en 18.00 uur Cubaanse tijd zijn we op het vliegveld van Havana geland. Daarna door de douane, de bagage opgehaald en voorts geld gewisseld. Op het vliegveld hebben we ook onze Nederlandse reisbegeleider Wendy ontmoet. Cuba heeft ruim 11 miljoen inwoners waarvan Havana er ruim 2,1 miljoen heeft.
Even na acht uur zijn we met de bus naar ons hotel “Vedado” gegaan waar we even voor negen uur zijn aangekomen. Na het inchecken, wat vlot ging, naar de kamer en vervolgens water bij een barretje vlak bij het hotel gehaald. Water drinken uit de kraan is voor Europeanen op Cuba niet aan te bevelen.
Vanmorgen raar door de van huis meegenomen elektrische wekker wakker gemaakt. Volgens de elektrische wekker was het 07.30 uur, terwijl mijn horloge het nog maar 05.50 uur had. Vervolgens de telefoon gecheckt. Die kwam overeen met mijn horloge. Het lijkt erop dat in Cuba de wekker per uur 10 minuten sneller loopt. De komende twee weken eens kijken of de Cubanen zelf ook zo snel lopen/werken.
Na het ontbijt heeft onze reisbegeleider Wendy een welkomstwoord gehouden over het programma van de komende twee weken en diverse gewoonten c.q. handige tips op Cuba medegedeeld.
Om 10.00 uur zijn we met de bus naar Oud-Havana gereden. Onze chauffeur van deze vakantie is Rolando. En onze Cubaanse gids heet Alfredo. In Oud-Havana hebben we een standswandeling gemaakt. Dit deel van Havana kun je het beste wandelend en/of fietsend bezichtigen. Oud-Havana, Habana Vieja genoemd, staat sinds 1982 op de werelderfgoed lijst van Unesco. De vele pleinen, plaza’s, zijn met keien bestraat. Sinds de jaren 90 zijn er vele restauratieprojecten gestart.
We hebben onder meer Plaza de Armas bezocht. Hier is dagelijks een tweedehandsboekenmarkt met veel revolutionaire literatuur. Ook was er een boekpresentatie. In Cuba vinden vele tweedehandsboekenmarkten in woonkamers plaats. Daar kun je dan ook andere literatuur verkrijgen. Echter deze zijn wel illegaal en als de regering hier achter komt kun je in de gevangenis belanden.
Eén van de vier straten rondom Plaza de Armas is van houten blokken. Dit was om het geluid van de paarden met wagens te dempen.
Plaza de Armas vormde in de 19e eeuw het politieke hart van Havana.
We zijn door vele diverse kleine straten gewandeld waar onder meer oude mensen zaten met een ontstoken sigaar in de mond. Je kon dan foto’s van ze maken voor 1 CUC. Op één van de pleinen is ook nog een Cubaan met een grote kromme snor die hier zijn beroep van heeft gemaakt. Hij loopt er iedere dag rond. En voor een Cubaan verdient hij goed. We zijn ook langs vele musea gewandeld.
Onderweg zijn we veel aangesproken door ritselaars die ons van alles proberen aan te smeren. Ook werden we regelmatig door Cubanen aangesproken die ons om geld vroegen. ’s Middags hebben we met ons negenen gegeten in de beroemde bar “La Bodeguita del Medio”. Aldaar hebben we ook een Mojito, is een cocktail met rum, limoensap, sodawater, takjes verse munt en veel ijs, gedronken. Ook hebben we net als duizenden voorgangers onze naam op de muren achtergelaten.
Na de lunch zijn Bert, Lida en ik nog langs de haven gelopen. Via de Plaza de San Francisco door allerlei kleine straten (achterbuurten) waar we een kleine groente- en fruitmarkt hebben bezocht naar het Capitolio Nacional om daarna over de Malecón, is een zeven kilometer lange boulevard langs de Straat Florida, wandelend weer naar het hotel te gaan.
Vandaag vele gebouwen gezien die wel een opknapbeurt verdienen. Soms staat er tussen een aantal vervallen gebouwen een nieuw / gerestaureerd gebouw. Onderweg ook vele oude Amerikaanse (taxi) auto’s gezien.
Onderweg werden ook nog enkele huizen van binnen bespoten met insecticiden om een uitbraak van knokkelkoorts (Denque) te voorkomen. In het jaar 2012 nam het aantal besmettingen met knokkelkoorts sterk toe.
’s Avonds hebben we met z’n allen in een restaurant op ca. 15 minuten rijden van het hotel gegeten. Bij de kippensoep was de kip er niet overheen gevlogen. De stukken waren zo groot dat ze met een mes en vork in kleinere stukken moesten worden gesneden.
Na het eten zijn we met de bus terug over de Malecón gereden. Op bepaalde plekken was het smoordruk met Cubanen die hier komen om te praten, drinken, liefde bedrijven etc… Naast jongeren zijn er ook oudere Cubanen bij.
Vanmorgen hebben we Havana tijdelijk verlaten. Over een kleine twee weken komen we terug. Vandaag staat onze eerste fietsetappe op het programma. Sinds gisteren staan de fietsen in de bus. Links in de bus (achter de chauffeur) zijn alle stoelen verwijdert en zijn de fietsen neergezet. Aan de rechterkant in de bus zitten wij met z’n allen.
We gaan vandaag naar Soroa in de provincie Pinar del Rio. We zijn eerst een eind met de bus gegaan, vanuit Havana over een zesbaansweg (Autopista Nacional). Op de weg was het rustig. Naast auto’s zie je zo nu en dan ook een fietser en diverse wandelaars op de weg. Na een uurtje rijden hebben we de fietsen uitgeladen, verdeeld en deze vervolgens allemaal afgesteld. Onze reisgids Alfredo heeft het eerste deel van de route uitgetekend op de weg. Het is de bedoeling dat Alfredo voorop fietst en onze reisbegeleider Wendy achteraan de groep.
Bewegwijzering is in Cuba schaars. Voorts is de bus een soort bezemwagen. Om aandacht te krijgen blaast Alfredo een paar keer op een fluitje. Onderweg zijn we vele paarden met wagens (met enkele personen erop) tegengekomen. Het was goed opletten op de weg met de vele kuilen die erin zitten. Veel Cubanen die we tegenkwamen en die onderweg woonden begroeten ons, en wij hen. De omgeving (ook tijdens de bus route) was nog mooi groen waarbij op diverse plaatsen nog rundvee in de graslanden graasden. Bij een drinkstop op de weg kwamen er allemaal geiten met een paar begeleidende honden onze kant op. Nadat Koos een beweging maakte wisten de honden en de geiten niet hoe snel ze moesten omkeren. Na circa 10 minuten kwamen de dieren samen met de herder terug en werden ze een weiland ingedreven.
Onderweg zijn Bert en ik op een T-splitsing linksaf gegaan, waar we rechtsaf hadden moeten gaan. Na circa 2 km hebben we op de rest van de groep gewacht, die niet kwam. Wel kwam de bus die ons weer de goede kant op dirigeerde.
Nabij Las Terrazas zijn we bij een tolhuisje met slagboom direct rechtsaf gegaan richting Cafetal Buenavista, een herbouwde koffieplantage bovenop een heuveltop. Dit was circa anderhalve kilometer stijgen, soms met pittige hellingen. Een kwart van de groep heeft dit met de bus gedaan. Aldaar hebben we in een restaurant koffie danwel frisdrank gedronken en vervolgens een kleine rondleiding gehad. De koffiebonen werden op de bordesachtige terrassen gedroogd voordat ze in de koffiemolen werden gemalen. De koffiemolen werd destijds door ossen of slaven aangedreven.
Hierna zijn we doorgefietst naar Baños de San Juan waar we aldaar bij een meer hebben gepicknickt. Alfredo en de chauffeur Rolando hebben allemaal inkopen gedaan die door hun, Wendy en enkele groepsleden zijn klaargemaakt. We zullen de komende twee weken vaker picknicken omdat we onderweg weinig restaurants zullen tegenkomen. Bij het meer zijn ook een aantal personen even te water gegaan.
Na de picknick was het nog 17 km naar ons hotel. Met vele heuvels en dalen en pittige stijgingen. Iedereen had hier de keuze om dit te fietsen danwel met de bus mee te gaan. Aangezien de bus niet als bezemwagen kon fungeren (de bus gaat via een andere route naar het hotel), kon je onderweg niet afstappen. Geert, Jan, Martine, Paul, Pieter en ik hebben de stoute schoenen aangetrokken en hebben dit toch wel pittige parcours, welke niet voor iedereen is weggelegd, op de fiets volbracht.
Je kan aan de begroeiing van de bomen en struiken aan de zijkant van de weg zien dat hier niet veel verkeer rijdt. De bomen en struiken groeiden regelmatig al deels over de weg heen.
De hele dag waren er gieren in de lucht.
Totaal hebben we vandaag circa 50 km gefietst.
Na aankomst bij het hotel “Villa Soroa”, welke allemaal uit kleine bungalows bestaat, bleek mijn kamer al bezet te zijn. Via de receptie heb ik, na het overwinnen van de taalbarrière, een nieuwe kamer gekregen.
Tijdens het douchen kwam er bij mij maar heel weinig water uit de kraan, terwijl de kraan bij de wastafel wel een normale hoeveelheid kwam.
’s Avonds met z’n allen gedineerd in een naburig gelegen restaurant. Wendy had de bestelling al van te voren opgenomen, zodat het eten vrij vlot werd geserveerd.
Vanochtend zijn we om half negen vertrokken met de bus. Na 10 minuten zijn we gestopt en zijn we op de fiets verder gegaan. We zijn eerst met de bus gegaan om een stevige pittige klim te omzeilen. We stonden inmiddels op ongeveer 400 meter hoogte. Eerst hadden we een lekkere afdaling. Gisteren hebben we met ons zessen, vanaf de andere kant, deze weg beklommen. Vervolgens hadden we afwisselend een stijgende en een dalende weg, welke niet van de allerbeste kwaliteit was door de vele gaten. Onderweg liepen er vele verschillende diersoorten in de berm zoals runderen (stieren), geiten, honden, kippen en varkens met biggen. Het was op de binnenwegen drukker dan gisteren. Onderweg zijn we even gestopt voor een drinkpauze en een hergroepering van de groep. Wendy en Alfredo vonden dat we een stevig tempo hadden.
Vervolgens zijn we in een dorp aangekomen, alwaar Alfredo banaantjes voor ons heeft gekocht. Jeroen heeft een foto van een oude man, die in een schommelstoel zat voor zijn hoekwoning, gemaakt en deze met een kleine printer uitgeprint. Bij het overhandigen van de foto kwam de man niet meer bij van het lachen.
In dit dorp en later ook onderweg hebben we vele Afro Cubanen gezien die met paard en wagen onderweg waren in een hoog tempo. Ook veel scholieren op school of onderweg in de bus gezien. Vele schoolkinderen worden in de omgeving nog in een vrachtwagen met laadbak voorzien van stoelen en veelal staand als omgebouwde bus vervoerd.
Ons eindpunt van de fietstocht was het strand en de zee bij San Pedro. Dit was na ongeveer 35 km fietsen.
Hier waren ze van suikerrietstengels, rietsuikersap aan het maken. De stengels van suikerriet worden door een wals gehaald waardoor het sap eruit wordt geperst. Dit doen ze een aantal keren met de stengel zodat alle sap eruit is.
Na de picknick die we na het zwemmen en relaxen op het strand (eventjes zonnen) hebben genoten, hebben we een beker rietsuikersap gehad. De terugreis hebben we met de bus gedaan. Dan pas kom je erachter hoe slecht de weg was. Vaak ging het met een slakkengang langs en door de gaten in de weg. Met de fiets zouden vele stukken niet langzamer zijn gegaan.
Onderweg was er een breuk in de waterleiding welke onder de weg is gelegen. Het water spoot recht omhoog. De buschauffeur Rolando heeft hier handig gebruik van gemaakt om beide ramen aan de voorkant van de bus mee schoon te maken.
Terug op de kamer heb ik een kamermeisje blij gemaakt met een plastic tas. Ik was nog maar net op mijn kamer en ze kwam al langs. Ze wilde graag een tas met handvaten. Ze had nu namelijk eentje zonder.
De gemiddelde Cubaan verdient maar 30-35 euro per maand. Hier kunnen ze niet van rondkomen, zodat vele Cubanen naast hun werk nog een (il)legale handel erbij doen.
Daarnaast wordt er door geëmigreerde Cubanen geld overgemaakt naar familieleden. Op jaarbasis gaat dit om vele miljarden dollars. Net als vanmorgen kwam er weinig water uit de douchekraan.
Het WC papier mag je op Cuba niet door de WC spoelen. Dit omdat anders de WC danwel de riolering verstopt raakt. Er is hiervoor naast de WC een aparte prullenbak.
’s Avonds hebben we in het hotel/restaurant gegeten waar een lopend buffet was.
Na een aantal dagen in Cuba te zijn heb ik het gevoel dat we terug in de tijd zijn gegaan naar ongeveer augustus in plaats van één week voor de kerst.
Vandaag gaan we niet met de bus maar fietsen we ongeveer 60 kilometer van Soroa naar San Diego de los Baños. Alfredo heeft voordat hij ons vier dagen gaat verlaten, dit omdat hij afgelopen week vader is geworden, de route weer met krijt op de weg getekend. Kortweg gezegd moeten we twee keer rechtsaf en dan zijn we er.
We zijn eerst zeven kilometer naar het viaduct boven de Autopista Nacional gefietst. Wederom was het op de snelweg rustig.
Naast auto’s en vrachtwagens lopen en fietsen er mensen langs de weg. Ook velen proberen te liften. Ook de paarden met wagens, soms tegen het verkeer in, ontbreken niet. Alfredo gaat vanaf hier terug naar huis. Gisteravond is onze nieuwe Cubaanse reisleider Yoslier al gearriveerd. We zijn nu echt in het gebied gekomen waar veel suikerriet wordt geteeld.
Onderweg hebben we in de plaats San Cristóbal weer rietsuikersap gedronken. Deze was witter van kleur dan gisteren. Dit kwam doordat de suikerriet nog maar net was geoogst. Aangezien we dit bij een lokaal verkooppunt aan de weg hebben gekocht, moest dit in de andere muntsoort, CUP, worden betaald. Omgerekend koste het circa zeven eurocent.
Cuba heeft twee geldeenheden, namelijk de Cubaanse peso (CUP) en de Cubaanse convertibele peso (CUC). De CUP is er voor de Cubanen zelf en de CUC is er voor de buitenlanders en is gekoppeld aan de Amerikaanse dollar met een vrijwel vaste koers. De CUP is weinig waard, voor 1 CUC krijg je circa 24 CUP. Alleen op Cuba kun je aan Cubaans geld komen. Dit kan door het omwisselen van Euro’s of via een creditcard. Pinnen op Cuba is vrijwel onmogelijk.
Een toerist kan eigenlijk alleen maar met de CUC betalen. Alleen in lokale stalletjes zou je de CUP kunnen gebruiken.
De Cubaan betaald zijn eerste levensbehoeften met de CUP in lokale winkels en markten. Met de CUP kan de Cubaan meestal geen vlees kopen, soms wel een beetje varkensvlees. De Cubaan eet trouwens zelf weinig vlees, hooguit van hun eigen dieren. Het meeste vlees dat ze eten is varkensvlees en doordat dat vrij vet is, hebben vele Cubanen een buikje… etc…). Luxere artikelen moeten met de CUC worden betaald.
Tijdens het vervolg van de fietstocht zagen we nog Cubanen met een grote waterslang handmatig de akkerbouwvelden aan het besproeien.
Bij de volgende stop in een dorp stond een aanhangwagen met een tank erin. In de tank zat bier. Dit vindt gretig aftrek bij de Cubanen. Ook enkele medereisgenoten hebben hun flesje/bidon gevuld met bier. Ook dit moest in CUP worden betaald en koste circa zeven eurocent.
Daarna doorgefietst naar onze lunchplek. Dat was deze keer een paladar. Een paladar is een bij een particulier thuis gerund restaurant. Tot de jaren 90 waren ze illegaal. Door de economische crisis in de jaren 90 op Cuba werd de regering gedwongen om hervormingen door te voeren. Eén van die hervormingen was het toestaan van kleine particuliere restaurants, de paladars. Wel zijn er nog beperkingen opgelegd aan hetgeen ze mogen serveren. Rundvlees en vis zijn verboden. Ook zijn er nog beperkingen ten aanzien van inhuur van personeel en het aantal stoelen.
We kregen hier een uitgebreide lunch met broodjes, rijst met bonen, spaghetti, een soort aardappel, komkommer, tomaat, kool en als toetje ananas en banaan. Als drinken 2 soorten sap en daarna koffie met taart voor 10 CUC. Hier hebben we heel goed gegeten. Deze adresjes moet je echt weten, want het staat niet aan de kant van de weg aangegeven.
Na het eten doorgefietst voor de laatste 18 kilometer. Nabij een kruispunt zat er in een klein hokje nog een kapper. Daarna op naar het hotel “San Diego” in San Diego de los Baños.
San Diego de los Baños is bekend om zijn kuuroord “Balneario San Diego” welke wel een opknapbeurt kan gebruiken. In het jaar 1632 kwam er een ernstig zieke slaaf die nadat hij een duik had genomen in de natuurlijke bronnen onmiddellijk genas.
Je kan wel zien dat we vandaag op doorgaande routes fietsten ten opzichte van de dagen hiervoor. De wegen waren veel beter. Het was ook drukker op de weg. We hebben ook nog vele fietsende Cubanen gezien. Ook de huizen langs de weg waren redelijk.
Het was een “heerlijk” warme dag om te fietsen het waaide minder hard dan gisteren.
Daardoor voelde het warm aan, vooral als je stilstond. Volgens Wendy was het nu ook echt warm voor de tijd van het jaar met circa 30 graden Celsius. In het hotel nabij het zwembad hebben we een Cuba Libre als welkomstdrankje gekregen. Die hadden we ook wel verdient.
Om bij het hotel te komen moet je eerst nog na een haakse bocht een korte steile oprit bedwingen.
Aan het einde van de middag heb ik/we nog een wandelingetje gemaakt door San Diego de los Baños. En dan kom je nog een Cubaan tegen die toeristen iets probeert aan te smeren. Hij vroeg of ik uit Groningen kwam. Ik zei dat ik uit Friesland kwam. Hij wist van de elf steden en de 200 kilometer lange schaatstocht, de hel van ’63, Harlingen etc..
Normaal is het zijn bedoeling om waardeloze sigaren aan te smeren, maar zover is het niet gekomen.
Wel kwamen we nog zes “gekken” in een oude auto tegen. Hier bleken Geert, Martine, Piet, Ria, Koos en Annet in te zitten die een paar rondjes San Diego de los Baños hebben gereden.
Daarna nog lekker bij de bar nabij het zwembad gekletst onder het genot van een cerveza (bier).
Scholieren worden op vele manieren vervoerd. Dit zijn de diverse oude en nieuwe bussen in diverse varianten, vrachtwagens met een laadbak ingericht voor personenvervoer. Nieuw was vandaag een 18 meter lange truck met oplegger waarbij de oplegger was ingericht voor het vervoer van mensen.
’s Avonds hebben we met z’n allen bij het hotel goed gegeten.
Vandaag bij de paladar gezien dat de stroomvoorziening op Cuba 60 hertz is in plaats van 50 hertz in Nederland. Dit is 20 procent meer. Mijn wekker blijkt per uur twaalf minuten sneller te lopen. Ook dit is 20 procent. Zou dit de oorzaak zijn?
Een vreemd ontbijt vandaag. Deze keer was het geen afhaalbuffet. We moesten gaan zitten. Er werd fruit met 3 kleine stukjes brood gebracht. Voorts kregen we jus d’orange en thee/koffie. Daarna was het de keus uit een omelet of een gebakken ei plus nog één klein stukje brood. De meesten hadden hier niet voldoende aan, maar dat lossen we onderweg wel op.
Na één nacht verlaten we San Diego de los Baños, qua hotelkamer de beste tot nu toe, en we fietsen vandaag naar Pinar del Río. Volgens Yoslier en Wendy is dit een fietstocht van 65 km. Maar of dat ook zo is?? Dat zal nog moeten blijken.
De route was heuvelachtiger dan gisteren. Onderweg zijn we veel scholen tegengekomen die allemaal aan de doorgaande route liggen. Dit is gemakkelijk voor het busvervoer. De eerste echte stop was in Entronque de Herradura. Midden in het dorp nabij een kruispunt vinden nog diverse oude ambachten, zoals fietsenmaker, schoenmaker, bandenplakker nog gretig aftrek.
Voorts zijn er heel veel kleine winkeltjes waar je groente en fruit en wat luxere artikelen kunt kopen. Net als in San Diego de los Baños is het qua drinken vooral cola, bier en sterke drank wat er te koop is. Tijdens de verlengde stop is Koos zijn fiets gemaakt. Daarna doorgefietst naar de plaats Consolación del Sur waar een paar mooie, maar gedeeltelijk vervallen, gebouwen staan met pilaren.
In enkele delen van het gebouw zijn kleine winkeltjes gevestigd.
Ook voor het luxere segment zijn hier producten verkrijgbaar zoals magnetrons, platte tv’s, schoenen, kleding etc.. Echter de vraag blijft, waar betaald de gewone Cubaan dat van? Vervolgens doorgefietst en onderweg nog een gebouw gezien waar de Cubanen in de rij stonden. Dit bleek een bier afhaalpunt te zijn. Ze haalden onder andere het bier in vijf liter grote waterflessen/kannen.
Enkele kilometers voor Pinas del Río hebben we in een ronde overkapping met grotendeels open zijkanten weer gepicknickt. Dit was weer goed voorelkaar.
Na de lunch zijn de fietsen in de bus geladen.
De conclusie van de meesten is, is dat we circa 40 kilometer hebben gefietst in plaats van 65 kilometer, maar waarschijnlijk zijn we eigenwijs.
Met de bus zijn we naar Pinar del Río gereden waar we een sigarenfabriek hebben bezichtigd. Hier mogen geen foto’s worden gemaakt. De werknemers zitten met z’n drieën of vieren naast elkaar en dan vele rijen achterelkaar. Ze werken vijfeneenhalve dag. De sigaar wordt gemaakt van de tabaksplant welke uit vier verschillende kwaliteiten bestaat. Van alle vier worden gedroogde bladeren bij elkaar gelegd en er komt rollend een blad omheen. Daarna wordt één kant recht gesneden (van de resten worden sigaretten gemaakt) daarna wordt de sigaar in een half ronde tableau gelegd. Met een half rond tableau erbovenop worden deze onder een drukpers gelegd, daarna worden de sigaren een kwart slag gedraaid en opnieuw samengeperst. Vervolgens komt er een blad omheen van de beste kwaliteit en wordt de sigaar op lengte gemaakt. Daarna vindt er op een andere afdeling een kwaliteitscontrole plaats onder andere op lengte. Nadat er een sigarenzegel omheen is gedaan worden ze in doosjes verpakt.
De sigarenrol werknemers mogen per dag 2 sigaren houden. Deze proberen ze te verkopen. Ze deden diverse signalen, onder ander met 1 CUC om ons sigaren aan te smeren.
Daarna nog een rum fabriek bezocht waar weinig was te zien.
’s Avonds bij het hotel “Villa Aguas Claras” hebben we eerst een welkomstdrankje gekregen, wederom een Cuba Libre.
Daarna moesten we 10 CUC betalen voordat we ‘s avonds het speenvarken burgemeester konden maken onder het genot van muziek.
Vanmorgen zijn elf personen, te weten Bert, Geert, Jan, Koos, Martine, Paul, Piet, Ria, Steef, Yoslier en ik naar Viñales gefietst. Het eerste deel van de route was een kleine afdaling.
Daarna volgden er twee beklimmingen met tussenin een afdaling. Het waren twee geleidelijke beklimmingen van een aantal kilometers lengte. Vooral op de ochtend is dit goed te doen.
Na de tweede klim kwamen we op het uitzichtpunt over de Viñalesvallei. Tevens zagen we de heuvels, die mogotes heten. Hier waren ondertussen de overige reisgenoten ook met de bus gearriveerd. De mogotes zijn 160 miljoen jaar geleden gevormd door erosie. Ze bestaan uit kalksteen. Rondom de heuvels is door de regen de kalksteen langzaam weggevreten. Hierdoor is het landschap overwegend vlak geworden op enkele heuvels na.
Na de stop zijn we afgedaald naar de plaats Viñales waar we eerst bij een tabaksboer zijn geweest. Naast tabak verbouwt hij ook andere gewassen. In de tabaksschuur, waar de bladeren hangen te drogen, heeft hij een sigaar in elkaar gedraaid.
Voorts hebben we in de woning koffie gedronken en konden we de woning bezichtigen. Voordat we weggingen was de volgende groep al met de rondleiding bezig en ook de derde bus was al in aantocht.
Daarna hebben we gedurende twee uren een rondleiding gehad door de Viñalesvallei onder leiding van een plaatselijke gids. Door de vele stops en verhalen hadden we ondanks dat het maar vier kilometer lang was de twee uren wel nodig.
Viñales is een nationaal park en is sinds 1999 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst. Vele bewoners hebben van de Unesco twee zonnepanelen gekregen en een televisie.
Veel huizen hebben verder geen elektriciteit.
Onderweg vele planten en bloemen en bomen gezien. Evenals diverse oude werktuigen die de boeren gebruiken om het land te bewerken. Er groeien onder andere bananen.
Voorts telen ze er diverse groenten en fruit, waaronder mais, tomaten, bonen, pepers, aardappels etc.. Voorts nog enkele grote termietenheuvels gezien in en aan bomen. Hier huisvesten kleine beestjes (soort witte mieren) wat weer voedsel is voor de kippen.
Eén van de huizen is onbewoonbaar. De gemeente heeft voor de bewoners even verderop een nieuwe woning gebouwd.
We hebben ze al eerder tijdens de vakantie gezien, maar ook hier stonden stevige hutten waar de Cubanen tijdens orkanen in kunnen verblijven. Even verderop is een rots met een trap waarin dit ook mogelijk is.
Ook lagen onderweg diverse koffiebonen op de grond te drogen. We konden er ook koffie kopen. Ook zijn we in een winkeltje geweest waar de Cubanen middels een rantsoenenboekje een deel van hun eerste levensbehoeften die ze van de staat krijgen (tegen een lage prijs) kunnen ophalen. Dit is echter niet voldoende. Het overige moeten ze zelf in andere winkels kopen. Echter dit is wel duurder.
Tenslotte kwamen we uit bij de “Mural de la Prehistoria” hier hebben ze in de rotswand drie Indianen, een dinosaurus, en een aantal slakken geschilderd. De schilderijen zijn in opdracht van Fidel Castro gemaakt en zijn totaal 120 meter hoog en 180 meter breed.
Daarna hebben we in Viñales een late stevige lunch genoten, waarbij ik volgens mij voor het eerst kreeft heb gegeten.
Na de lunch hebben velen geld bij de bank gehaald, rondgewandeld en daarna zijn we met de bus over dezelfde route teruggereden naar het hotel. Dan zie je pas echt dat we veel geklommen hebben vanochtend.
’s Avonds heb ik a la carte met een deel van de groep in het hotel-restaurant gegeten en daarna nog even buiten bij bar gezeten. Het hoofdonderwerp was vanavond: het vergaan van de wereld morgen. Dit volgens de Mayakalender. Aangezien het in Nederland en België al 21 december is, is daar de wereld al vergaan. Wij hebben nog een paar uur.
Iedereen was vanochtend aanwezig bij het ontbijt, dat het vergaan van de wereld is nog niet aangevangen, wel hangen er dreigende wolken in de lucht. Zou dit een voorbode zijn? Over de ochtend kan ik kort zijn. We hadden een busreis van vier en een half uur van Pinar del Rio naar Playa Larga gelegen aan de varkensbaai. Op de Autopista Nacional wat het weer heel rustig. Bij de tussenstop hadden we last van een frente frio of te wel een koufront. Ook zagen we onderweg tijdens een regenbui, de regenboog. Ter hoogte van Havana hebben we afscheid genomen van Yoslier.
In Playa Larga hebben we Alfredo weer ontmoet. Hij was daar samen met z’n vriendin en baby. En van een frente frio was hier geen sprake meer.
Aldaar zouden we in een restaurant eten, maar het werd een picknick. Na de picknick hebben we de fietsen uit de bus geladen voor de laatste 35 kilometer. Het eerste stuk tot aan Cueva de los Peces hadden we van de wind. Dit ging in een hoog tempo, 18 kilometer in 40 minuten. In Cueva de los Peces hebben Jan en Koos gesnorkeld. Voorts is er een zoutwaterpool met vele tropische vissen. Het water is daar 70 meter diep.
Daarna doorgefietst naar ons hotel “Playa Girón”. Dit hebben wij, Geert (in z’n gele shirt voorop) Piet, Jeroen deels en ik, in een nog hoger tempo gefietst. Onderweg, geldt ook voor het eerste deel, was weinig te zien. Links alleen maar bomen en struiken, rechts idem dito en soms uitzicht op de zee. Hotel Playa Girón is een vervangend hotel omdat het oorspronkelijke hotel vol was. Het eten en drinken is hier all-inclusive.
De huisjes staan over een heel groot terrein verdeeld. Dat ik en een aantal anderen zijn op de fiets naar het restaurant gegaan voor het diner, de bar en het ontbijt de volgende dag. Je was hier verplicht om cocktails te drinken. Op de bierkraan zat zo weinig druk, dat het heel lang duurde voordat de bierglazen, die ook nog heel klein waren, waren gevuld. Och er zijn grotere problemen.
Vanmorgen hebben we eerst in Playa Girón het museum over de invasie van de varkensbaai in 1961 bezocht. In de jaren ervoor namen de spanningen tussen Amerika en Cuba toe. Door de landbouwhervormingen op Cuba werden vele Amerikaanse grootgrondbezitters onteigend.
Fidel Castro viel in zijn toespraken de Amerikanen steeds meer aan en hij knoopte banden aan met de Sovjet-Unie. Toen in de tweede helft van 1960 alle Amerikaanse bezittingen op Cuba in beslag werden genomen was voor Amerika de maat vol. De CIA zette een geheim trainingsprogramma op voor de Cubaanse ballingen. Amerikaanse vliegtuigen, bestuurd door Cubaanse ballingen, bombardeerden op 15 april 1961 de Cubaanse vliegvelden. 17 april 1961 ging het invasieleger met ballingen bij Playa Girón in de varkensbaai aan land. Door onverwachte luchtaanvallen van het Cubaanse leger sloeg een deel van de vloot met het invasieleger op de vlucht. Ondanks extra luchtaanvallen van Amerika (vele bommenwerpers werden neergehaald) zaten de ballingen als ratten in de val op het strand. Vele werden dan ook gevangen genomen. Een totaal mislukte actie van Amerika om het regime van Fidel Castro ten val te brengen.
Daarna zijn we met de bus doorgereden naar Cienfuegos. Onderweg kwamen we door een groot vlak landbouwgebied. Op diverse plaatsen op de weg lag, over enkele honderden meters lengte, rijst om te drogen. Voorts stonden er in de velden grote beregeningsinstallaties van enkele honderden meters lengte.
We zijn uitgestapt bij het centrale plein “Parque José Martí”. Rondom het plein zijn enkele winkelstraten met voor Cubanen luxe winkels.
De stad met gebouwen is hier keurig ingericht en netjes. Rondom het plein zijn enkele restaurants en souvenir winkeltjes.
Voorts nog een lokale groente-, fruit- en vleesmarkt bezocht. De varkenskoppen ontbraken niet op de markt.
Daarna zijn we nog even in het honkbalstadion van Cienfuegos geweest waar op dat moment een honkbalwedstrijd gaande was. Vlak buiten Cienfuegos hebben we de fietsen uit de bus geladen voor de laatste 35 kilometer.
Het waaide stevig. De eerste zeven kilometer was zeer heuvelachtig. Kon het luie zweet er weer even uit. Daarna nog 28 kilometer over dezelfde weg rechtdoor totdat we bij een afslag naar ons hotel “Villa Guajimico”, welke halverwege Cienfuegos en Trinidad is gelegen, aankwamen. Deze afslag is te herkennen door een groot standbeeld naast de kant van de weg.
Onderweg is Bert met z’n fiets gevallen. Dit was op een plek waar het asfalt op de weg omhoog was gedrukt door het zware wegvervoer.
Vandaag een vrije dag. Voor de liefhebbers was er een wandeling langs de kust en het bezoeken van twee grotten, je kon snorkelen en/of duiken en eventueel met een catamaran de zee op.
Zelf heb ik met een derde deel van de groep een wandeling gemaakt over de rotsachtige omgeving en door twee grotten. We werden begeleid door een plaatselijke gids. Aan het eind was er gelegenheid om te zwemmen in het koude water. Daarna via dezelfde route weer terug naar het hotel. Dit was zeer de moeite waard.
Ook hier hadden ze de Almácigo, of te wel toeristenbomen. Deze noemen ze zo omdat de stam van de boom rood is en de schors eraf valt. Net als bij toeristen die door de zon eerst verbranden en daarna vervellen.
Daarna de rest van de dag onder een strak blauwe lucht bij het zwembad vertoeft om het meegenomen leesvoer eens door te nemen.
Vannacht wakker geblaft door een hond die wel een kwartier heeft geblaft. Op Cuba lopen vele zwerfhonden rond. Ook bij de hotels. Ze zien er allemaal mager uit. Een aantal hebben ook veel last van jeuk en doen niets anders dan krabben.
We fietsen vandaag naar Trinidad, een afstand van circa 40 kilometer. Het hotel is misschien maar 12 kilometer vanaf het hotel waar we de afgelopen twee nachten hebben geslapen. Dit omdat de oorspronkelijke hotels vol zitten. Met andere woorden we zitten de komende dagen 25-30 kilometer buiten Trinidad.
Er is maar één weg vanaf het hotel naar Trinidad, dus dit kan niet fout gaan. Buiten een paar kleine heuvels is de weg tot Trinidad vrij vlak. Op enkele plekken hadden ze de wegbermen helemaal plat gebrand.
Onderweg hebben een aantal bij een klein lokaal verkooppunt langs de kant van de weg een paar armbandjes gekocht. Vlak voordat we Trinidad binnen fietsen zitten er een paar pittige heuvels die bedwongen moesten worden.
In Trinidad hebben we weer bij mensen thuis, een paladar, gegeten. Dit was weer goed voor elkaar.
Na de lunch kregen de dames een halsketting en de heren een sigaar van de eigenaar van de paladar. Deze sigaren hebben we even later bij een soort dagbesteding voor oude mensen aan hen gegeven. Deze oude mensen zitten bijna allemaal op schommelstoelen. Deze dagbesteding is zes dagen per week geopend. De oude mensen komen vrijwillig en op eigen gelegenheid. Ze doen er onder meer spelletjes. Het eten wordt in de keuken klaargemaakt in pannen die met houtskool worden verhit. Voor hun zijn wij een mooie afleiding.
Daarna een paar uur door Trinidad geslenterd. Vele bewoners hebben in hun eigen woning een kleine winkel ingericht met bijvoorbeeld hoeden, schilderijen, souvenirs, kleding etc.. In menig woonkamer staat een computer. Voorts waren er enkele kinderen met Playstation of iets dergelijks aan het voetballen op de televisie. Dus niet iedereen heeft het slecht.
Trinidad is een oude stad waarvan vele straten met kinderkopjes zijn bestraat.
Ook weer enkele biertanks gezien waar de Cubanen weer gretig gebruik van maakten.
Ik ben nog met een aantal in bar/café “La Canchanchara” geweest. Naast live muziek hebben zij als speciaal drankje de Canchanchara. Deze cocktail bestaat uit honing, citroen, augardiente (brandewijn/rum), water en ijsklontjes. Dit smaakte goed. Daarna zijn we met de bus teruggereden naar het hotel “Villa Yaguanabo” waar we nog net op tijd waren om de zon onder te zien gaan in de zee.
’s Avonds in het hotel gegeten. Na het diner deed een Cubaan nog een kleine act door met een brandend stokje over zijn huid te gaan en op kapot glas te staan. Voorts tilde hij met zijn mond een houten tafel op, van circa 1 bij 1 meter, waarop bekers met water stonden. Een andere Cubaan van 78 jaar oud ging op de dansvloer helemaal uit zijn dak.
Eerste kerstdag bij een temperatuur van wederom 25 – 30 graden Celsius. Dat heb ik in mijn leven nog niet eerder kunnen vertellen. Wel ben ik ruim 20 jaar geleden op nieuwjaarsmorgen vertrokken naar Curaçao. De Cubanen vieren vooral kerst op kerstavond, 24 december. De Cubanen vieren dit vooral in familiekring waarbij meestal een geroosterd varken op het menu staat. Sinds 1997 is eerste kerstdag voor de Cubanen weer een officiële feestdag en is dan tevens ook een vrije dag. Vanaf eind jaren 60 was kerst geen feestdag meer omdat Fidel Castro dacht dat dit ten koste ging van de oogst van suikerriet. Echter bij het hotel waren de bouwvakkers vandaag wel aan het werk.
Vanmorgen hebben we na het ontbijt afscheid genomen van Bert die vanavond terugvliegt naar Nederland.
We zijn eerst met z’n allen met de bus richting Trinidad gegaan. Enkele kilometers voor Trinidad zijn we linksaf geslagen. In het kader van, ik heb vakantie maar mijn hart niet, heb ik samen met Paul, Piet en onze gids Alfredo de fiets vervolgens gepakt. Het doel was om op de fietst naar Topes de Collantes te gaan. Het eerste deel ging tot het uitzichtpunt bij snackbar “El Mirador” op circa 600 meter boven de zeespiegel. Dit was ongeveer zeven kilometer. De laatste vier kilometer was alleen maar stijgen en ook niet een beetje. Dit moest in het kleinste verzet. De weg had vele bochten. Qua stijgingspercentage gedurende deze vier kilometer was dit het zwaarste wat ik ooit heb gefietst. Na Alfredo kwam ik als tweede aan. Vanaf het uitzichtpunt heb je een fantastisch uitzicht richting de zee, Trinidad en de overige wijde omgeving.
Daarna samen met Paul en Wendy voor het tweede deel van de etappe naar het zeven kilometer verderop gelegen Topes de Collantes gefietst. Dit is een minder stijl stuk, nog wel pittig, maar er zitten ook wat vlakkere stukken en afdalinkjes in. Dit deel van de route was voor circa de helft van de groep wel te doen geweest. In Topes de Collantes zijn diverse (flat) hotels gelegen. Hier hebben we eerst wat gedronken en daarna via een steile afdaling en steile klim van beide circa 100 – 200 meter gegeten in een restaurant.
Normaal verblijft Djoser één nacht in Topes de Collantes. Maar omdat de hotels vol waren doen wij dat dus niet. Topes de Collantes is een natuurgebied en licht circa 800 meter boven de zeespiegel. Hier zijn enkele wandelroutes uitgezet, die qua afstand niet lang zijn, maar wel vele uren duren.
Daarna dezelfde route, maar nu met de bus, terug. Dan zie je pas echt wat we hebben gepresteerd.
Aan het eind van de middag zijn we met z’n elven en Wendy en Alfredo met de bus naar Trinidad voor het avondleven gegaan. Volgens Wendy is Trinidad overdag rustiger en komt het ’s avonds tot leven. In Trinidad hebben we Jeroen en Koos opgepikt. Die waren vanmiddag op de terugreis halverwege uitgestapt en op de fiets naar Trinidad gegaan. Ze zijn door de vele straten buiten het centrum rondgefietst waar wel echte armoede heerst. Voorts wordt het water aldaar nog met watertanks aangevoerd.
We zijn eerst in diverse groepjes door Trinidad gewandeld. Echt iedere woning heeft een klein winkeltje. We hebben gegeten bij een paladar. Bij de meeste groepsleden, waaronder ik, stond garnaal en kreeft op het kerstmenu.
Daarna nog geruime tijd op de trappen van Casa de la Música naast de kerk Iglesia Parroquial nabij het Plaza Mayor gezeten, waar iedere avond diverse bandjes optreden en waar alle mensen bij elkaar komen. Trinidad komt hier ’s avonds tot leven.
We zijn vanmorgen eerst met de bus naar het oorspronkelijke hotel “Ma Dolores”, waar Djoser normaal verblijft, gereden. Dit hotel ligt maar 1 à 2 kilometer buiten Trinidad en is daarmee een prima uitvalsbasis om Trinidad ook ’s avonds beter te leren kennen. Hier zijn de fietsen uit de bus geladen. We hebben eerst vijf kilometer gefietst naar de ingang van de watervallen “Parque Natural El Cubano”. Wij zagen nu ook onze buschauffeur Rolando voor het eerst op de fiets. En dit blijkt niet zijn grootste hobby te zijn.
Tijdens deze vijf kilometer hebben een aantal besloten om in Nederland niet meer te klagen over de slechte fietspaden, zoals een boomwortel die het asfalt omhoog heeft gedrukt. Hier was het pad op een aantal stukken echt slecht.
Bij de ingang van het park nog een aantal kinderen bij gemaakt met een paar ballonnen.
Daarna zijn we te voet verder gegaan naar de watervallen over een op- en neergaande route waarbij je wel redelijke schoenen aan moet hebben. Dit vanwege de oneffen ondergrond. Bij de waterval was gelegenheid om te zwemmen. Aangezien de eersten die te water gingen allemaal “koud-koud” riepen heb ik dit overgeslagen. Volgens de zwemmers waren er een paar mooie grotten. Daarna terug gewandeld naar het beginpunt van de wandelroute alwaar Rolando, Alfredo, Annet en Lida de picknick hebben voorbereid. Deze was beter dan de vorige keer in Playa Larga. Echter in Cuba heb je geen supermarkten waar je al je boodschappen in één keer kan doen. Het eten moet op diverse plekken bij elkaar worden gescharreld. En dan is het maar afwachten wat er te krijgen is.
Na de picknick zijn we doorgefietst via Trinidad naar Manaca–Iznaga. Hier staat een 45 meter hoge toren, die gebouwd is in opdracht van de rijkste suikerboeren in Cuba. De toren is rond 1816 gebouwd en werd vroeger gebruikt om de slaven in de gaten te houden die aan het werk waren op de plantages. Vanuit de toren hadden ze uitzicht op de valleien waar vroeger ook meer dan 50 suikerfabrieken / suikerrietmolens stonden. In de toren hing een bel. Deze werd geluid om het begin en het einde van de werkdag aan te geven. Voorts werd de toren gebruikt in geval van brand en storm. Deze toren kon worden beklommen.
In de looproute er naar toe werden heel veel kleden te koop aangeboden. Je zou alle tafels in een normaal dorp in Nederland wel mee kunnen bedekken.
Na deze circa 35 kilometer lange fietstocht zijn we vanaf Manaca–Iznaga verder met de bus gegaan naar het circa 50 kilometer verderop gelegen Sancti Spíritus. Sancti Spíritus is een plaats waar Djoser met deze reis normaal niet komt. Maar in Cuba is afspraak niet altijd afspraak. Je kunt van te voren wel hotels reserveren maar daar halen Cubanen heel gemakkelijk een streep door.
’s Avonds hebben we in het centrum van Sancti Spiritus gegeten. Voordat we gegeten hebben, zijn we eerst nog door de stad gewandeld waar het redelijk rustig was.
We zouden vandaag van 9-12 uur gaan fietsen richting Santa Clara. Het laatste stuk zouden we met de bus gaan doen. Echter vanwege de regen was de weg door de vele olie glad. Dat geen geschikte omstandigheden om te fietsen.
We zijn nu met de bus rechtstreeks naar Santa Clara gereden. Onderweg werd het al droog en in Santa Clara scheen de zon alweer. Aldaar hebben we eerst het museum “Memorial al Che” bezocht. In het museum wordt het leven van Che Guevara kort en bondig verteld door foto’s, kaarten, citaten, voorwerpen zoals camera’s, baret, jas, wapens etc. Er mogen geen foto’s worden gemaakt. Bovenop het museum is een groot standbeeld / monument van Ernesto Che Guevara.
En aan de voet van het monument de Plaza de la Revolución is net als het gelijknamige plein in Havana weinig meer dan een open ruimte.
Daarna de fietsen gepakt en naar “Monumento a la Toma del Tren Blindado” gefietst. Dit is het monument van de ontspoorde wagons.
Santa Clara is bekend om de beslissende slag tussen de troepen van dictator Fulgencio Batista en een groep van ongeveer 300 rebellen onder leiding van Che Guevara in 1958. In december 1958 stuurde Batista ruim 10.000 militairen naar deze regio om te voorkomen dat de rebellen verder zouden oprukken naar Havana. Een gepantserde trein met wagons met aan boord ruim 400 officieren, soldaten en wapens ontspoorde nabij station Santa Clara doordat Che Guevara met behulp van tractoren c.q. bulldozers de rails had losgetrokken c.q omhooggeduwd. De officieren en soldaten gaven zich na enige strijd over en sloten zich aan bij de rebellen. Op nieuwjaarsdag vertrok Batista uit Havana en een paar dagen later trok Che Guevara Havanna binnen en op 8 januari 1959 op de voet gevolgd door Fidel Castro. De overwinning in de Revolutionaire oorlog was hiermee een feit.
Daarna in kleine groepjes wat gegeten en gedronken en gefietst door de wijken die buiten het centrum liggen.
Wij waren voor de Cubanen een rijdende attractie op onze fietsen. We hebben een tijd bij het centrale plein “Parque Vidal” op een terras gezeten waar we allerlei soorten fietsen van goed tot oude barakken voorbij hebben zien komen. In Santa Clara rijden voor de toeristen vele paarden met wagens rond.
’s Middags nog een ijsje in een winkel gekocht. Deze lagen letterlijk achter slot en grendel. IJs is op Cuba echt een luxegoed.
’s Avonds een topbuffet in het hotel “Los Caneyes” gehad. Wat een keus en nog lekker ook. Daarna was er een kledingshow met verloting. De opbrengst gaat naar een fonds van kinderen zonder ouders.
Na twee dagen met een zeer sober ontbijt hadden we vanochtend het meest uitgebreide ontbijt wat je maar kunt bedenken. Er was geen nee te koop.
Na het ontbijt gaan we vandaag terug naar Havana. Tot het middaguur zitten we in de bus. Onderweg nog een stop gehad bij een café / restaurant gelegen aan de Autopista Nacional.
Hier stonden weer vele Cubanen die op vervoer zaten te wachten. De ene na de andere bus stopte waar weer Cubanen uitkwamen c.q. ingingen om hun reis te vervolgen.
In het “Parque René Fraga”, welke op een heuvel is gelegen, in Matanzas hadden we onze laatste picknick. Hier heb je een mooi uitzicht over de stad Matanzas, Bahía de Matanzas (water) en de Yumurívallei waar we straks gaan fietsen. Voorts zie je vliegtuigen landen op het strandresort Varadero.
Vanaf Matanzas zijn we over het platteland gefietst naar de “Puente Bacunayagua”. Dit is de hoogste (100 meter) en langste (313 meter) brug van Cuba met een schitterend uitzicht over de Yumurívallei. De brug Puente Bacunayagua is gelegen op de grens van de provincies Matanzas en Havana. Het is een zeer bosrijke omgeving met uitzicht op de golf van Mexico en er waren vele gieren in de lucht, welke dicht bij waren. De wegen waren op vele plekken zeer slecht. In de route zat één stevige stijging. Deze is indien nodig ook te lopen.
In het restaurant bij het uitzichtpunt “Mirador de Bacunayagua” kunnen ze hele lekkere Pina Colada maken, zowel met als zonder rum. Met rum was die om te smullen.
Onderweg tijdens de fietstocht lag er nog een man op de weg te slapen met een klein kind op de buik. Hij was zo van zijn brommer afgestapt. Voorts zagen we onderweg vele kaktussen als erfafscheiding rondom een perceel.
Na de Pina Colada nog ruim een uur met de bus naar het hotel in Havanna waar we ook zijn begonnen.
Vanmorgen hebben we eerst een fietsstadstour door een deel van Havana gedaan. We zijn eerst naar het John Lennon park gefietst. Terwijl John Lennon hier nog nooit is geweest. Op een bank in het park staat of eigenlijk zit een beeld van John Lennon welke op 8 december 2000, 20 jaar nadat hij was vermoord, is onthuld door Fidel Castro. De Beatels zijn altijd razend populair geweest op Cuba.
Daarna zijn we langs een grote begraafplaats, Necrópolis de Colón met een oppervlakte van 55 hectare, gefietst. Daarna doorgefietst naar “Plaza de Revolución”. Hier heeft Fidel Castro ieder jaar diverse keren hele lange politieke toespraken gehouden voor meer dan één miljoen Cubanen. Dit gebeurde onder meer op 1 mei, de dag van de arbeid, en 26 juli, ter herdenking van de beroemde aanval op de Moncada kazerne in Santiago de Cuba door Fidel Castro en zijn leger. Het plein heeft een oppervlakte van ruim 7 hectare. Rondom Plaza de Revolución staan enkele overheidsgebouwen.
Daarna op naar Oud-Havana, alwaar een vrachtwagen een balkon beschadigd heeft omdat er niet genoeg ruimte op de weg was. Voorts Chinatown, het station en het Capitool onderweg gezien.
Wim, Marion en Paul hebben in oud-Havana de fiets ingeleverd. Een ander deel van de groep heeft in een café / restaurant aan de Malecón nog wat gedronken. Opeens was er een explosie c.q. harde knal. Bleek een taxi op de Malecón een klapband te hebben gekregen. Om 13.00 uur moesten we de fietsen inleveren bij het hotel. Dit is een minpunt. We hebben nog ruim een dag. Oud-Havana hebben we twee weken geleden al bezocht. Op de fiets kom je verder weg en kun je veel meer zien, jammer!!!!!!
Ik heb met Koos, Annet, Piet, Ria, Geert en Martine geluncht in café / restaurant “SOFIA” op de hoek vlakbij het hotel. Hier moesten we eerst 90 CUC betalen. Bleek de serveerster een rekenfout te hebben gemaakt. Het was maar 65 CUC.
Daarna hebben we met ons zevenen Hotel Nacional bekeken, welke aan de Malecón is gelegen. wat een groot luxe hotel. Het is een nationaal monument en in dit hotel overnachten bekende kunstenaars, acteurs, atleten etc.. Vervolgens zijn we met drie Coco taxi’s naar Oud-Havana gegaan, waar we zijn overgestapt op twee cabriolets waarmee we een rondrit door Havana hebben gemaakt. 30 CUC per cabriolet voor een klein uurtje. We kwamen nu op plekken waar we nog niet eerder zijn geweest.
Na wat gedronken te hebben op het plein in Oud-Havana zijn de dames met een Coco taxi terug naar het hotel gegaan en de heren in een oude Amerikaanse (illegale) taxi.
Voorts is het opvallend dat niet alleen vandaag maar ook al eerder tijdens de vakantie een aantal elektrische scooters ons hebben ingehaald. Dit is iedere keer weer schrikken.
’s Avonds hebben we bij de zus van Alfredo thuis op het balkon gegeten. Stef heeft namens de groep, de chauffeur Rolando, onze Cubaanse reisgids Alfredo en onze Nederlandse reisbegeleider Wendy bedankt voor hun werkzaamheden die ze op een juiste manier hebben uitgevoerd.
Daarna de avond weer afgesloten in café / restaurant “SOFIA” op de hoek van de straat nabij het hotel.
Bij het ontbijt was het vanmorgen vechten om een bord, bestek, thee- en koffiekopjes en jus d’orange glazen. Er zijn namelijk veel meer eters dan dat ze voornoemde inventaris hebben. Het was constant op. Na het ontbijt de tassen gepakt want vanavond verlaten we helaas Cuba. Vandaag was het een stuk koeler dan de afgelopen twee weken. Voorts was de Straat Florida en de Golf van Mexico onstuimig. Het water ging op vele plekken regelmatig over de kademuren van de Malecón. Ook aan de overzijde van de Malecón werd je door de nevel nog steeds nat.
Er was voor vandaag geen programma. Zelf ben ik Oud-Havanna nog in geweest en enkele keren bij de Malecón geweest.
Om 16.30 uur zijn we met de bus vertrokken vanuit het hotel naar het vliegveld. Op het vliegveld was het achtereenvolgens inchecken bij Air France, 25 CUC betalen om Cuba te mogen verlaten, overtollige CUC’s omwisselen naar Euro’s, immigratie c.q. visumcontrole en tenslotte door de handbagagescanner. Mijn handbagage moest open. De Sultana’s uit Nederlandse bleken verdachte voorwerpen te zijn, maar werden wel goedgekeurd.
Met bijna een uur vertraging zijn we de lucht in gegaan.
Op Parijs hadden we een tussenlanding. Ondanks dat we een overstap hebben moeten we opnieuw door de douane en werd de handbagage gecontroleerd. Voor degenen die op Havana nog drinken (Lida, water en Koos, rum) hadden gekocht werden die hier inbeslaggenomen. Volgens de mevrouw kun je alleen maar bij een overstap binnen Europa drinken meenemen in de handbagage. Vanuit Cuba wordt het dus afgepakt.
Even voor 16.00 uur zijn we geland op Schiphol. De bagage kwam lekker vlot. Met de trein naar huis en er kwam een einde aan deze mooie vakantie met 18 dagen mooi weer. Nog een paar uur en dan mogen we vuurwerk gaan afsteken in het koude en natte Nederland.